Het Nederlandse bestuur bestaat uit drie lagen: -rijk -provincie -gemeente Het rijk behartigt de zaken van nationaal belang. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een kleiner gebied. Tot de taken van de provincies horen onder meer milieubeheer, ruimtelijke ordening, energievoorziening, sport en cultuur op provinciaal niveau. Provincies worden bestuurd door de gekozen leden van de provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en een commissaris van de Koningin. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor zaken binnen hun grenzen als verkeer, huisvesting, welzijns- en gezondheidszorg, sport, cultuur en recreatie. Het bestuur bestaat uit gekozen leden van de gemeenteraad en een college van burgemeester en wethouders. Commissarissen van de Koningin en burgemeesters worden benoemd door de regering.